Jeugdkamp 2018 - Terug naar 1918

De redactie van Swift houdt van uitdagingen. Zo begonnen onze handen ook te jeuken toen we te horen kregen dat de jeugdleden ter ere van het 100 jarig bestaan van de club, terug zouden gaan naar 1918. Interessant want naast geografische barrières, is het tijdselement—vooral het ‘terug-in-de-tijd element’—iets nieuws; iets wat de wereld nog niet eerder heeft gezien. De koppen bij elkaar gestoken, kwam de redactie met het magnifieke idee: we sturen een reporter mee die in het geheim verslag doet van het weekend. En dan maar hopen dat hij terug komt, inclusief de jeugdleden van Swift.

Dat geschiedde: omstreeks 15:45, zondag 1 juli, arriveerde de hele heutemeteut weer bij het veld, bestaande uit kinders, kampbegeleiding en desbetreffende reporter. Een vers ijsje achter de kiezen, nog schoon van het watergevecht en met de maagjes vol van de lekkere lunch die was bereid door de keukencrew, vertelde de stralende gezichten hoe leuk het kamp was geweest. De kinderen echter bleken moe en aanhankelijk naar de ouders en velen wilde naar bed. Dat werd door de kampbegeleiding ook toegezegd: overgedragen en wel, verdwenen de vertrouwde, leuke en schattige gezichten van de 44 kinderen die het kamp tot een waar spektakel hadden gemaakt uit het zicht. Tevreden namen zij een pizza tot hen om uit zicht van achterhangende A1-ers in te storten na het eerste, welverdiende biertje.

Want wat was het weer ouds en vertrouwd. Vanuit Amsterdam vertrokken richting het Zuiden om in Noorden uit te komen: een prachtlocatie met uitzicht op koeien, die na een paar uur thuis wordt; een omgeving met een uitzicht en een geweldige groep mensen bij elkaar met maar één doel: een onvergetelijke tijd te maken. Eénmaal ingedeeld in groepen zorgde Swift’s A1 voor het eerste vertier: wie heeft Max en Martin vermoord. Desbetreffende reporter was al bezig met het doortelegrammen van het slechte nieuws naar de redactie, toen toch bekend werd gemaakt dat Alwin de schuldige was maar Martin en Max niet écht dood waren. Desbetreffende personen zijn daarom een paar kilometer buiten het dorp gezet, met metgezellen, maar deze doerakken bleken ‘s ochtends bij de Koerobics toch gewoon weer aanwezig te zijn. Wel minder actief dan de rest, dat wel. Het zal de leeftijd wel zijn.

De zaterdag stond in het teken van bewegen en rusten. Vooral eerst veel bewegen, om daarna voornamelijk te rusten. Spellen als buikschuifsoftbal en ridders en barbaren passeerden de revue, een welkome afleiding wetende dat de koningin ’s middags zal balen van Messi—wat veel kinderen aanschouwden. De overige helft was bezig met zichzelf te vermaken in de speeltuin om de hoek of vermeerderden hun herseninhoud tijdens het huiswerkuurtje. Kampleiding werd slapend in de zon aangetroffen. Alsof zij wisten wat zou komen.

Want de aanwezigheid van ongeveer 60 mensen uit de toekomst bereikte Noorden al snel. Ondergetekende eindigde zodoende vastgebonden door Boer Koole, waarna de groepjes aan de hand van aanwijzingen door de redactie werden gewezen op de mogelijke locatie van de reporter. Dwalend door Noorden duurde het 5,5 uur voordat hij eindelijk werd gevonden, maar gelukkig kon de frustratie van het slechte zoeken al snel er uit gedanst worden tijdens de disco. Van Boer Koole werd niks meer vernomen. En daar werd op gedanst tot in de late uurtjes.

Het resultaat: nog minder inzet tijdens Koerobics, maar als het aan de reporter ligt, is hen dat vergeven—zij redde immers een leven. Dus werden de kinderen pas echt geactiveerd tijdens het ochtendspel, waar water de dienst uit maakte. Verfrissend, zo met die zon.

De reporter aanschouwde dit schouwspel met genoegen en kon niks anders zeggen dat 1918 misschien wel nét iets leuker is dan 2018. En met pijn in ’t hart, onderdeel geworden van de begeleiding, liet hij de kinderen dan ook weer gaan in de wereld van digital nativity, Fortnite en muscial battles. Een overload aan berichtjes, mailtjes en snaps op zijn telefoon; een telefoon die trilde door een tikkiebericht of het geld van de pizza overgemaakt kon worden. Het leven begint weer.

Doe mij dan maar 1918. Dát waren pas mooie tijden.