Het is lang geleden dat ik zo’n zuur gevoel overhield aan een nederlaag. Met 17-21 verliezen van IJsselvogels is geen schande, hoogstens zonde: het is de manier waarop die pijn doet. We hebben geen moment echte weerstand kunnen bieden. Binnen tien minuten leek het opgedane vertrouwen van de laatste weken verdwenen.
Dat resulteerde in tal van verkeerde keuzes binnen het veld. Slechte passes, schoten op het verkeerde moment, niet opletten in de verdediging. Wij waren vooral met IJsselvogels bezig, de tegenstander kreeg alle ruimte om met zichzelf bezig te zijn.
Ik herinner me uitstekende wedstrijden in de voorbereiding tegen eersteklasser Nova en BEP uit de overgangsklasse. In die wedstrijden grepen we net naast de overwinning, maar toonden we waartoe we in staat zijn. We speelden korfbal zoals we dat wilden: dynamisch, doelgericht en met lef. IJsselvogels had de overwinning uit de eerste speelronde tegen Dubbel Zes gezien (7-23) en wist dat het ons waar nodig moesten ontregelen. Vanaf minuut één creëerde de tegenstander onrust in onze aanvallen met een hele simpele truc: (gedeeltelijk) achterverdedigen.
Het doet pijn dat we na zestig minuten spelen nog steeds geen aanvallend antwoord op de verdedigende tactiek van de tegenstander hadden gevonden. Aan de andere kant moet ook gezegd worden: hoe wij ook ons best deden om de opgelopen achterstand ongedaan te maken (een paar keer kwamen we tot één punt), IJsselvogels bleef rustig haar ding doen en zuiver schieten.
De komende week (of weken) zal blijken uit welk hout het huidige eerste van Swift is gesneden. Vechten of vluchten? Ik stel voor dat we de eerste optie kiezen. Beginnend op de woensdagtraining. Laat deze nederlaag een les zijn voor het komende seizoen. Dan maken we als team weer een stap de goede richting op.
Tom